We zijn er allemaal al geweest, maar we willen wel eens iets anders dan de Eiffeltoren, al blijft de Eiffeltoren mij bekoren met zijn kanten metaalstructuur.
Ik heb hieronder een wandeling uitgestippeld, waarbij je Parijs anders zal bekijken.
Stap uit aan de Gare de Lyon (de metro blijft het snelste transportmiddel in Parijs) en ga naar de rue Crémieux, een schattig wandelstraatje met kleurrijke gevels en verzorgde bloembakken. Je verwacht dit niet in het drukke Parijs.
Loop verder naar de Bassin de L’Arsenal: een kanaal met plezierbootjes in het volle centrum. Steek de brug over en ga richting quai des Célestins.
Geef je ogen de kost, want elke straathoek heeft wel iets te bieden.
We belanden in de Marais, mijn favoriet in Parijs, via de Rue Saint-Paul in wat ze noemen de “village Saint-Paul”.
Je kan je levendig inbeelden hoe Parijs er vroeger moet hebben uitgezien, wanneer je hier wandelt. De roller blades moeten er nog niet geweest zijn.
Neem ook een kijkje in de passage Saint-Paul.
Dat moet je trouwens altijd doen, even binnenkijken en waar de deuren openstaan, binnengaan. Zo beland je onder meer in hotel de Sully, met zijn prachtig tuintje. Ga even zitten en geniet van de stilte in het drukke Parijs. Verlaat de tuin langs de andere kant en verrassing, je komt op het prachtige Place de Vosges terecht.
Place des Vosges is de plek met prachtige bogen en (dure) kunstgalerijen.
Is het net etenstijd, ga dan zeker iets eten bij “Chez Janou”. In de buurt zijn ook veel Joodse eetgelegenheden. Het moet er lekker zijn, want ze staan soms in lange rijen aan te schuiven.
Wandel daarna verder naar de rue des Francs-Bourgeois en stop even bij La Piscine, een (dure) outletstore.
Uit nostalgie ben ik ook even binnengestapt in la Mercerie, een stoffenwinkel; aangezien mijn grootmoeder naaister was en een winkel had, kwamen er tal van herinneringen boven.
Vlak ernaast is een winkel voor de liefhebber van prachtige foto’s, Yellow Korner. Ze hebben ook in België al een aantal winkels.
Parijs is een dure stad om iets te gaan drinken, maar je vindt er in de kleine resto’s al een menu voor geen 20 euro. Als je jong (van geest) bent en je wilt doen zoals de Parijzenaars, koop dan je drank in de winkel en rust even uit in één van de talrijke tuinen van de Hôtels Particuliers die Parijs rijk is met een pintje in de hand. Een Frans wijntje kan ook.
Onderweg kom je ook wel eens een patisserie tegen waar je kleren kan kopen en street art vind je bijna op elke straathoek.
De schoonheid van Parijs zit ‘m ook in de details, deze stierenkop versiert een gevel van een school.
De kerk Paroisse des Blancs-Manteaux is op zich niet zo bijzonder, maar je kan er langs de ene straat binnen en de andere weer buiten, over de volledige lengte van de kerk.
Dat vind ik ook zo leuk aan Parijs, je kan er verloren lopen en zo telkens weer iets nieuws ontdekken. Hier in, daar uit.
Al gauw komen we in een andere buurt terecht en verschijnen de felgekleurde strepen van Centre Pompidou, zeker niet het mooiste wat Parijs te bieden heeft, maar toch zal het je weer verrassen. Ga even zitten aan de fontein Stravinsky en je zal begrijpen wat ik bedoel.
Nog niet moe? Binnenkort volgt er een nieuwe “balade”.
2 gedachtes over “Ooh La La Paris!”